PSV-trainer Peter Bosz en aanvoerder Luuk de Jong hebben zaterdag hun ongenoegen geuit over de prestatie van hun team in de tweede helft van de wedstrijd tegen AZ, ondanks dat de Eindhovense club met 0-2 heeft gewonnen.
Bosz heeft zich "kapot geërgerd" aan het gebrek aan aanvallend spel na de rust, terwijl De Jong "volop irritatie" ervoer op het veld. "We speelden niet meer naar voren. Alles ging terug. Ik heb me kapot geërgerd. Ik vond het helemaal niets", zei Bosz after the game.
PSV had binnen 22 minuten een praktische voorsprong met doelpunten van De Jong en Noa Lang en AZ speelde met 10 man na een rode kaart voor David Møller Wolf. Echter, de ploeg had in de tweede helft problemen om kansen te creëren en BC was zelfs een paar keer gevaarlijk voor het doel van PSV.
Zowel Bosz als De Jong vroegen zich af waarom het team niet besloot om door te drukken naar een grotere voorsprong. De trainer suggereerde dat de gemakkelijke overwinningen in de competitie de spelers misschien te relaxt had gemaakt. "Dit is een mentaal ding", zei Bosz. "Het is moeilijk als je al kampioen bent en veel wedstrijden wint. Dan kan verslapping optreden."
Volgens Bosz moeten zijn spelers altijd de instelling hebben om de tegenstanders op te jagen en moeten ze streven naar meer doelpunten, zelfs als ze al een comfortabele voorsprong hebben. De PSV-aanvoerder echoot deze gevoelens en benadrukt dat de spelers altijd 100% moeten geven, ongeacht de stand van zaken.