Situatie in België
Het Dolfinarium Boudewijn Seapark in Brugge moet van de Vlaamse overheid tegen 2037 de deuren sluiten. Dit besluit werd genomen na pogingen om het dierenwelzijn te verbeteren. De Belgische minister voor Dierenwelzijn, Ben Weyts, acht het houden van dolfijnen in gevangenschap niet langer verantwoordbaar.
Kritiek in Nederland
Ook in Nederland neemt de kritiek op het Dolfinarium in Harderwijk toe. Om het dierenwelzijn te verbeteren, moest dit dierenpark meerdere aanpassingen doorvoeren. Onder andere de interactie van de dolfijnen met het publiek en het educatieve programma stonden ter discussie.
Niet alle regels nageleefd
Volgens minister Femke Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) heeft het Dolfinarium weliswaar het educatieve programma aangepast, maar niet alle voorschriften voor interactie met de dolfijnen zijn nagekomen. Hierdoor heeft het Dolfinarium een dwangsom opgelegd gekregen.
Invloed op Nederlandse Dolfinarium?
Kan het besluit van de Belgische overheid invloed hebben op het Nederlandse Dolfinarium? Volgens dierenrechtadvocaat Jaap Baar is er geen direct effect, maar het kan de Nederlandse politiek wel aan het denken zetten. De regels voor het houden van wilde dieren, waaronder dolfijnen, zijn Europees, maar de toekenningscriteria voor vergunningen zijn lokaal. In Nederland is het educatieve doel één van deze criteria.
Meningsverandering
De afgelopen jaren is zowel het politieke klimaat als de publieke opinie aangaande dierenrechten drastisch veranderd, zegt Baar. Dit kan invloed hebben op toekomstige discussies over dierentuinen en het houden van dieren in gevangenschap.
Verhoogde aandacht voor dierenrechten
Steeds meer mensen beginnen dieren als individuen te zien en geloven in hun rechten. Dit zou, volgens Bart Gremmen, hoogleraar Ethiek aan de Wageningen University & Research, kunnen bijdragen aan de voortdurende verandering in het houden van dieren in gevangenschap, inclusief dolfijnen.
Reactie Dolfinarium Harderwijk
Het Dolfinarium in Harderwijk reageerde summier, maar gaf aan kennis te hebben genomen van de ontwikkelingen in België. Ze benadrukten verder dat ze opereren binnen de Nederlandse wetgeving.